De mystieke weg

van Swedenborg

 

Daniël van Egmond

 

 

Onderstaande tekst werd door Daniël vooraf verstrekt aan de bezoekers als leidraad en bronverwijzing voor zijn lezing op 6 mei 2006.

 

1. Swedenborg is een mysticus.

Mystiek kunnen we definiëren als een directe ervaring van het Goddelijke. Dat wat Swedenborg influx noemt is een directe invloed van het Goddelijke. Swedenborgs geschriften zijn het resultaat van deze invloed. Daarom zijn zijn geschriften ook als mystieke werken te karakteriseren:

AC4923: [Het] mystieke in het Woord moet, omdat het Goddelijk is, zodanig zijn als het in de hemel bij de engelen is... [Dit] mystieke dat in de hemel bij de engelen is, is niets anders dan dat wat het geestelijke en het hemelse wordt genoemd... Ik kan ... niet anders openen dan wat de mystieke [aspecten] van het Woord worden genoemd, d.w.z. de innerlijke [aspecten daarvan, die de geestelijke en hemelse [aspecten] van het Rijk van de Heer zijn.

2. Alle ervaringen van een hoger niveau van de werkelijkheid dan de zintuigen ons geven, moeten symbolisch geïnterpreteerd worden. Dit betekent dat Swedenborgs ervaringen, zo als die zijn opgetekend in zijn geestelijk dagboek (Opmerkenswaardige levende ondervindingen) en in vele van zijn andere geschriften, niet letterlijk geïnterpreteerd mogen worden. Voorbeeld: Over de aardbollen in ons zonnestelsel.

3. De voortdurende neiging om symbolische teksten letterlijk te interpreteren is ken merkend voor onze toestand van bewustzijnsvernauwing, d.w.z. dat wat we ons waakbewust zijn noemen en dat de norm is geworden voor wat wij als gewoon en vanzelfsprekend beschouwen.

4. Pas als de innerlijke niveaus in ons worden geopend (de geestelijke en hemelse niveaus), kunnen de hemelen tot ons waakbewustzijn doordringen. Dit is echter alleen mogelijk indien zich in onze levende ervaring symbolische structuren bevinden die met de hemelse en geestelijke niveaus van de werkelijkheid corresponderen. Swedenborg noemt het geheel van deze structuren de intellectus. Het hoogste niveau is een impliciete orde van symbolische structuren. In de niveaus daaronder wordt deze impliciete orde stap voor stap expliciet, d.w.z. dat zich daar de eenheid van de impliciete orde steeds verder differentieert.

5. De geestelijke geschiedenis van de mens begint bij wat Swedenborg de ‘oudste’ of ‘adamitische kerk’ noemt. Zij die tot dit niveau behoren participeren aan de impliciete orde. In de volgende ‘kerken’ vindt er een steeds verdergaande differentiatie van die orde plaats. In de verschillende ‘kerken’ worden de symbolische basisstructuren van de intellectus aangebracht. Pas in een later stadium van onze geestelijke geschiedenis, te beginnen bij de eerste komst van de Heer, kunnen we op een bewuste wijze vanuit deze structuren leren te leven en te handelen.

6. Swedenborg heeft zijn geschriften via de directe invloed (influx) van het Goddelijke ontvangen. Deze geschriften zijn daardoor uitdrukkingen van de symbolische structuur van de werkelijkheid en mogen daarom niet letterlijk geïnterpreteerd worden. De volgorde waarin Swedenborg zijn geschriften ontving, komt overeen met het proces van toenemende differentiatie van de impliciete symbolische orde.

7. Voordat Swedenborg de Arcana ontving, maakte hij een intensieve, meditatieve studie van de Bijbel. Daardoor werd zijn intellectus stap voor stap ontwikkeld. Zijn eerste pogingen tot een ‘verklaring van de Bijbel behoorden nog tot een lager symbolisch niveau. De resultaten van deze arbeid heeft hij niet gepubliceerd, maar is in de vorige eeuw verschenen onder de titel Het Woord verklaard. Eerst nadat door zijn meditatieve studie van de Bijbel ook de hoogste niveaus van zijn intellectus waren ontwikkeld, was Swedenborg in staat om de hoogste impliciete orde van de werkelijkheid via de Bijbel rechtstreeks te ervaren. De Arcana is een uitdrukking van deze impliciete orde. Vandaar dat de verschillende betekenisniveaus van het Woord daarin door elkaar heen worden gebruikt. Dit geschrift komt overeen met het niveau van de ‘oudste kerk’.

8. Direct na de voltooiing van de Arcana begon Swedenborg aan een intensieve meditatieve studie van de Openbaring. Dit werk is nimmer voltooid en de resultaten van dit werk zijn pas na zijn dood gepubliceerd (De Apocalyps ontvouwt). Swedenborg was aan dit werk begonnen omdat hij in 1757, vlak na het beëindigen van de Arcana, ervaren had hoe in de hemelen het laatste oordeel zich voltrok. Hij schrijft hierover in het korte geschrift Over het laatste oordeel.

9. In 1758 publiceerde Swedenborg nog vier andere werken die nadere uitwerkingen waren van verhandelingen die hij in de Arcana had opgenomen: Over de aardbollen in ons zonnestelsel; Hemel en hel; Over het witte paard en Over Nova Hierosolyma en haar hemelse leer. We zien dus dat uit de complexe eenheid van de Arcana zich nu een aantal afzonderlijke elementen differentiëren. Hoewel deze boeken nog steeds symbolisch van aard zijn, zijn ze concreter dan de Arcana, want ze benadrukken vooral de menselijke vorm of structuur van het Goddelijke en van de gehele werkelijkheid. Deze geschriften komen overeen met het niveau van de ‘oude kerk’.

10. Swedenborgs werk aan de Apocalyps ontvouwt verliep steeds stroever, Allerlei wijsgerige en theologische onderwerpen drongen zich aan hem op, waaruit blijkt dat de influx die hij ontving zich nu ook op begripsmatig niveau, dus op het niveau van ons gewone den ken, begon te manifesteren. In 1763 publiceert hij een reeks van geschriften over afzonderlijke onderwerpen waarin de relatie tussen de symbolische en de zintuiglijke en begripsmatige werkelijkheid centraal staat. We zien hier dus niet alleen een verder toenemende differentiatie, maar nu wordt ook de relatie tussen de innerlijke betekenis van het Woord en de letterlijke betekenis steeds explicieter behandeld. De titels van deze geschriften spreekt boekdelen, want het gaat hier om de Leer van het hemelse Jeruzalem over de Heer, over de gewijde schrift, over de levensleer en over het geloof (in het Nederlands gepubliceerd als de vier leerstukken). We hebben hier het niveau van de intellectus verlaten; het gaat hier om de ratio, d.w.z. dat vermogen in ons dat de innerlijke en uiterlijke niveaus van bewustzijn met elkaar kan verbinden. Hieruit volgt dat Swedenborg met ratio iets fundamenteels anders bedoelt dan wij tegenwoordig gewend zijn. Deze geschriften komen overeen met het niveau van de ‘hebreeuwse kerk’. In 1764 publiceerde Swedenborg een geheel nieuw commentaar op de Openbaring, namelijk De Apocalyps Onthuld, dat geheel anders van opzet is dan zijn eerste commentaar en ook niet de sterke complexiteit heeft van de impliciete orde die in de Arcana tot uitdrukking komt.

11. In 1763 en 1764 verschenen Swedenborgs wijsgerige werken de wijsheid van de engelen over de goddelijke Liefde en de goddelijke Wijsheid en de wijsheid van de engelen over de goddelijke Voorzienigheid. De aanduiding ‘wijsheid van de engelen’ laat zien dat het hier niet om gewone wijsgerige geschriften gaat, d.w.z. geschriften die door een filosoof zelf zijn bedacht. Ook deze geschriften zijn door Swedenborg door middel van de goddelijke influx ontvangen, maar drukken zich nu op begripsmatig niveau uit. Hun betekenis kan dan ook vanuit ons gewone denkvermogen begrepen worden, terwijl bij de andere geschriften de intellectus of de ratio ontwikkeld moeten zijn. Tot dit niveau behoren ook de laatste grote werken die Swedenborg nog zal publiceren: De echtelijke liefde, Beknopte uiteenzetting van de leer van de nieuwe kerk en De ware christelijke godsdienst. In het eerste boek staat de ethiek centraal, de relatie tussen liefde en wijsheid die zich onder meer uitdrukt in de relatie tussen man en vrouw. Het gaat hier om het praktische handelen, en de inhoud van dit boek kan eveneens met het gewone verstand begrepen worden, maar vraagt bovenal om een uitwerking in de praktijk. Daar ook dit boek door Swedenborg ontvangen is, heeft het ook symbolische niveaus van betekenissen, maar we worden hier primair aangesproken als concrete personen, d.w.z. als de uiterlijke mens. Het is opmerkelijk dat dit het eerste boek is dat Swedenborg onder zijn eigen naam publiceerde, alle andere boeken waren anoniem verschenen.

12. De laatste twee geschriften kunnen we als apologetische werken kenschetsen. De vorm van De ware christelijke godsdienst komt overeen met die van een standaard lutherse dogmatiek uit Swedenborgs tijd. Door middel van dit geschrift probeerde Swedenborg zich te verdedigen tegen de aanklacht wegens ketterij die in Zweden tegen hem was ingebracht. Desalniettemin heeft ook dit geschrift zijn diepere betekenisniveaus. De Beknopte uiteenzetting is bijzonder omdat Swedenborg op twee exemplaren schreef: ‘dit is de wederkomst van de Heer’: Het Woord of de Heer is nu op het meest uiterlijke niveau, dat van leerstellingen en discussie tot uitdrukking gekomen. Met deze laatste boeken was het proces van influx en openbaring tot op het meest concrete niveau tot uitdrukking gebracht. Op zeer gedifferentieerde wijze bespreekt Swedenborg alle details van de ‘leer’ van de nieuwe kerk, d.w.z. van dat nieuwe bewustzijnniveau waar wij allen toe bestemd zijn. Deze drie geschriften behoren allemaal tot het niveau van de ‘christelijke kerk’.

13. Het is niet het doel van Swedenborgs geschriften om een nieuwe leer - in de zin van een logisch geordend stelsel van theoretische uitspraken - te brengen. Alle geschriften zijn instrumenten om ons te helpen om tot regeneratie of wedergeboorte te komen. Dit betekent dat we eerste de weg van alle voorgaande ‘kerken’ moeten doorlopen, voordat we opnieuw geboren kunnen worden als een mens waarin een volstrekt nieuw bewustzijnniveau tot ontwikkeling is gekomen. Dit bewustzijnsniveau noemt Swedenborg de ‘nieuwe kerk’. Dan kan niet alleen de symbolische werkelijkheid in ons waakbewustzijn verschijnen, maar zijn we ook in staat die werkelijkheid in ons handelen en dus hier op aarde tot uitdrukking te brengen.

14. Het heeft geen zin om Swedenborgs geschriften met ons gewone verstand te bestuderen om bijvoorbeeld zo zijn ‘theologie’ of zijn ‘filosofie’ te kunnen gaan begrijpen. Ook heeft het niet zoveel zin om een catechismus te maken of boeken te schrijven waarin zijn ‘leer’ wordt samengevat. Tenzij met als doel om ons te stimuleren de weg van regeneratie te gaan en deze weg op een manier te schetsen die voor ons verstand toegankelijk is. Het begrijpen en aanvaarden van een leer is op zich onvoldoende om tot regeneratie te komen. Wel kan een religieuze leer ons helpen om bewuster in het leven te staan en vanuit liefde voor God en de naasten te leren handelen. Maar daarvoor hebben we Swedenborgs geschriften niet nodig, want dit is het onderwerp van de meeste religieuze geschriften.

15. Ook een verklaring van de innerlijke betekenis van de Bijbel, die volgens sommigen door Swedenborg in zijn Arcana en andere geschriften wordt gegeven, heeft niet zoveel zin. Want die verklaring wordt dan door ons met ons gewone denkvermogen ‘begrepen’, waardoor hun symbolische betekenis en invloed niet meer tot ons doordringt. Daarmee lopen we de kans dat het Woord krachteloos wordt gemaakt.

16. Door vanuit een meditatieve houding ons te richten op Swedenborgs geschriften, worden we ontvankelijk voor de symbolische structuren waar zij zelf een uitdrukking van zijn. Daardoor kunnen die structuren uiteindelijk ook in onze eigen levende ervaring gaan ontstaan. Juist die structuren vormen een noodzakelijke voorwaarde voor het proces van regeneratie. Indien wij deze structuren in ons opnemen, worden we stap voor stap ‘hervormd’: de vorm of structuur van onze levende ervaring wordt veranderd. Dan pas kan de goddelijke Liefde en Wijsheid in ons worden opgenomen en kan in ons een nieuwe voluntas, of een nieuw hart, ontstaan.

17. Dit hervormingsproces verloopt via een bepaalde orde die tot uitdrukking komt in de geestelijke geschiedenis van de mensheid, d.w.z. via de weg van de ‘oudste kerk’ tot aan de ‘christelijke kerk’ toe. Dit betekent dat als we Swedenborgs geschriften als instrument willen gebruiken voor onze weg van regeneratie, we dan de volgorde waarin ze verschenen zijn moe ten volgen. Wel kunnen we alvast de andere geschriften lezen vanwege de inspiratie die zij ons kunnen geven voor ons dagelijks leven. Maar voor het proces van regeneratie dienen we de juiste volgorde aan te houden.

18. De geestelijke en hemelse niveaus van de werkelijkheid vormen het Koninkrijk der Hemelen (zie AC4923), De innerlijke betekenissen van het Woord, zoals die in de geschriften van Swedenborg tot uitdrukking komen, maken het ons mogelijk om ontvankelijk te worden voor dit Koninkrijk. Vandaar dat op het schutblad van elk deel van de Arcana Mattheüs 6: 33 wordt geciteerd: 'Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijn Gerechtigheid en alle dingen zullen u gegeven worden'. Een van de innerlijke betekenissen van ‘gerechtigheid’ is ‘hemelse structuur’!